U hebt eeen nieuwe taak als deken. Wat houdt dat in?
"Daar heb ik zelf nog niet echt zicht op. Het is allemaal nieuw voor mij. Ik heb natuurlijk met dekens
samengewerkt in het verleden, maar toch". We hebben wel voorbereidende bijeenkomsten gehad met het Vicariaat
Vlaams Brabant en Mechelen. Daar is een dekenprofiel uitgewerkt. De functie van deken krijgt immers een nieuwe
invulling om beter te kunnen beantwoorden aan de hedendaagse realiteit en de nieuwe structuren in de kerk.
De deken zorgt eerst en vooral voor mensen: de vrijgestelden en de vrijwilligers in onze kerk hebben immers
een aanspreekpunt nodig. Iemand die naar hen luistert en desnoods vragen en bekommernissen kan doorspelen
aan het bisdom zelf.
Vervolgens is het iemand die oog heeft voor al wat er op het pastorale veld leeft en als het nodig is er
impulsen aan geeft. Zo is er bijvoorbeeld de jongerenpastoraal die zeker een meer ondersteuning mag krijgen.
Ik ben zelf steeds verbonden geweest met vele jeugdbewegingen, ook in de liturgie heb ik speciale aandacht
voor kinderen en jongeren en ik hoop dat ook in het Leuvense te kunnen realiseren samen met de jeugdpastorale
werkers.
Er is ook de zorg voor het tijdelijke (vreemd woord misschien). Dat zijn alle gebouwen en gelden die de kerk
nodig heeft om haar taak hier en nu te kunnen waarmaken. De vraag is hierbij: hoe maken we er gebruik van om
de kerk in deze tijd te vitaliseren.
Wat zeker is dat we moeten groeien van een Petruskerk, eerder aan een terrorium gebonden, residerende kerk,
naar een Pauluskerk, een dynamische kerk, gedreven door Christus".
U wordt deken van Leuven, Bierbeek en Herent. Dat is geen klein gebied in ons bisdom. Hoe zie je op dit
ogenblik Leuven en omstreken?
"Het is voor mij nog allemaal onbekend. Op het eerste gezicht zijn het sterk verschillende entiteiten:
gebieden die eerder landelijk zijn en nog echte dorpstructuren hebben, gebieden met veel anderstaligen,
een stad zoals Leuven met zijn eigenheid als universiteitsstad. Kortom men kan er zeker geen eenheidsmodel
opplakken en dat is goed ook. Ik zal de komende tijd dan ook veel energie steken in het leren kennen van deze
streek".
Ook is Mechelen was dit waarschijnlijk zo. Wat hebt U daar geleerd?
"Eerst en vooral dat eenheid in verscheidenheid mogelijk is. Sterke structuren uitbouwen waar voldoende
speelruimte is voor de eigenheid van de gemeenschappen en voor het leven zelf. We evolueren immers allemaal,
dus ook de kerkgemeenschappen. En vraagt dat we ons steeds durven en moeten aanpassen.
Ten tweede dat er vitaliteit in de kerk ontstaat als mensen geappelleerd worden op hun verantwoordelijkheden.
Het zijn niet de priesters die - zoals weleer - de gemeenschappen sterk maken, maar het zijn de gelovigen zelf.
Maar dit betekent ook dat er gemeenschappen zullen zijn niet meer levensvatbaar zijn. Dan dringen zich fusies
van parochies op of andere vormen van ordening van gemeenschappen".
De kerken lopen leeg. Wat moet er veranderen?
"We mogen nooit wanhopen en toch voldoende realistisch blijven. Geloven dat God werkzaam is in deze tijd en
recht schrijft op onze soms kronkelende wegen, is zeker een noodzaak. Ook het blijven geloven in de kracht
van de sacramenten, zoals de eucharistie, die de Kerk ons aanbiedt.
Ik denk dat de tijd rijp is dat we onze identiteit als christen wat meer profileren. In onze multiculturele
maatschappij is verdraagzaamheid niet grijs worden met de anderen, maar juist respect hebben voor de veelkleurigheid.
Ik denk dat we als kerk een beetje te grijs geworden zijn.
De grote vraag is echter : hoe communiceren we wie we zijn en wat we te bieden hebben. Hoe maken we duidelijk
dat de clichÈs die we te pas en te onpas over de oude kerk te horen krijgen, nu toch echt wel achterhaald zijn.
Dat is een taak waar we allemaal, niet in het minst een deken, meer tijd moeten aan besteden en moeten voor
durven vrij maken. We hebben iets te bieden".
Wat dan, wat heeft de kerk bieden ,zullen velen zich afvragen?
"Zie hoe ze elkaar liefhebben" zegden de mensen over de eerste christenen. We bieden in onze kerk veel ruimte
om mensen uit hun individualisme te halen. Wij vormen immers kernen van gemeenschap in een samenleving die
veel eenzaamheid kent. We moeten er ook staan voor de minsten van onze maatschappij en voor hen partij trekken.
Daarnaast mogen we de vreugde van Christus uitdragen. In onze soms verzuurde maatschappij kunnen we een
tegenkracht zijn! De kerk is geen saai instituut, verre van, vraag dat maar aan vele vrijwilligers en
vrijgestelden die er zich met plezier en vreugde in thuisvoelen. |